Noorbeek

Noorbeek (Limburgs: Norbik) is een klein dorp in de Zuid-Limburgse gemeente Eijsden-Margraten en is een van de zuidelijkst gelegen plaatsen van Nederland.
Het circa 1150 inwoners tellende dorp, met beschermd dorpsgezicht, is op een 'verscholen' manier gelegen in het dal van de Noor(beek), welke in de nabijgelegen buurtschap Wesch ontspringt. De naam van deze buurtschap is ontstaan omdat bij de bron in vroeger tijden de was (de wesj) werd gespoeld. De oude openbare wasplaats is nog steeds te zien.
Patroonheilige van Noorbeek is Sint Brigida. De typisch Limburgs uitziende parochiekerk is rond het jaar 1500 in de huidige vorm ontstaan. De eerste verwijzingen naar de kerk stammen uit de 13e eeuw.
Noorbeek was voor de gemeentelijke herindeling in 1982, toen het opging in de gemeente Margraten, een zelfstandige gemeente. Vanaf 1 januari 2011 is het een onderdeel van de gemeente Eijsden-Margraten. Tegenwoordig kunnen de buurtschappen en gehuchten Bergenhuizen, Hoogcruts, Wesch, Terlinden, Vroelen Schey en een deel van Schilberg en Ulvend als onderdeel van het dorp worden gezien. Samen met de Wesch vormt de oude kern van Noorbeek een beschermd dorpsgezicht. In de buurtschap Wesch bevindt zich de Sint-Brigidabron waar het riviertje de Noor ontspringt en vlak er naast een wasplaats gesitueerd is.

Geschiedenis

Noorbeek behoorde in haar oudste geschiedenis tot het Land van Daehlem, dat tot 1080 zijn zetel had in 's-Gravenvoeren. Het ontstond in de 11e eeuw als ontginning vanuit 's-Gravenvoeren en is door haar kerk sinds 1083 voor het eerst schriftelijk aanwijsbaar. De naam Noorbeek, in de vorm van "Nortbech", werd voor het eerst schriftelijk vermeld in 1144. Toen schonk Carissima van Noorbeek, na het overlijden van haar man, drie hoven land aan een klooster, waar zijzelf intrad. Dit land lag te Noorbeek en is deels beploegd en deels aan landbouwers ter beschikking gesteld. Ook Bruno, de vader van Carissima, schonk het klooster zeven morgen land daar ter plaatse gelegen, en hij is hier begraven. Bruno stierf 10 januari 1144.

Noorbeek behoorde dus vanaf de middeleeuwen tot het Graafschap Dalhem en werd in 1626 een zelfstandige heerlijkheid. In 1614 werd de dorpskerk, voordien een bijkerk van 's-Gravenvoeren, verheven tot parochiekerk.

Op 12 september 1944 was de gemeente Noorbeek, de eerste Nederlandse gemeente die bevrijd werd door de geallieerden. Een van de betrokken divisies was de 30ste Infanterie Divisie (Old Hickory). Op dezelfde dag sneuvelde Roy L. Booher tijdens de bevrijding van Noorbeek. Hij diende in het 119e Regiment. In Onderschey is ongeveer op de plaats waar hij sneuvelde een monument ter nagedachtenis aan hem opgericht.